Luchtdicht bouwen begint bij een goed ontwerp: een keuze voor het bouwsysteem inclusief de daarbij behorende details. De uiteindelijke luchtdichtheid wordt mede bepaald door de kwaliteit van de details. Per bouwdeel zijn onderstaand de belangrijkste aandachtspunten weergegeven.
[one_half]
Maatregelen per luchtdichtheidsklasse
Klasse 1, basis
In alle details moeten één of meer luchtdichtingen worden aangegeven. De correcte plaats van de luchtdichting is per aansluiting verschillend. De uitgangspunten voor de plaats van de luchtdichting zijn:
- Geef de luchtdichting in een aanslag aan.
- Geef de luchtdichting in één vlak aan.
- Geef de luchtdichting zover mogelijk naar binnen aan (binnenzijde isolatievlak).
Verder is het van belang de materialen te benoemen in de details waarmee de luchtdichting wordt gerealiseerd. Houd daarbij rekening met de maximaal toelaatbare vervorming (MTV).
Klasse 2, goed (extra t.o.v. klasse 1)
- Goed knevelende 2- en 3-puntssluitingen.
- Manchetten ter plaatse van de dak- en geveldoorvoeren.
- Nastelbaar hang- en sluitwerk.
- Waar mogelijk luchtdichtingen prefabriceren.
[/one_half]
[one_half_last]
In ondergenoemde twee overzichten worden uitgebreid de maatregelen en aandachtspunten beschreven waar u op moet letten bij luchtdicht bouwen:
[/one_half_last]