Wijzigingen Bouwbesluit 2012 en Bbl in 2022 en 2023
Gepubliceerd op 21 november 2022stand van zaken d.d. 21 november 2022
De wijzigingen in de bouwregelgeving (het Bouwbesluit 2012, de Regeling Bouwbesluit 2012 en het Besluit bouwwerken leefomgeving) volgen elkaar snel op. Voor wie niet dagelijks met de materie bezig is, is het lastig om het overzicht te houden op de wijzigingen en wanneer deze (naar verwachting) in werking treden.
In dit artikel blikken we terug op de wijzigingen van het afgelopen jaar en geven we een update van de inhoudelijk relevante wijzigingen die de komende tijd te verwachten zijn, voor zover deze bij ons bekend zijn. Een kleine spoiler vooraf: met het uitstel van de Omgevingswet en daarmee het Bbl naar 1 juli 2023 zullen ook de wijzigingen die per 1 januari a.s. verwacht waren, doorschuiven naar 1 juli.
1 januari 2022
Toegankelijkheid
Bij elke toegang naar een woning vanuit een gemeenschappelijke verkeersruimte of vanaf het aansluitende terrein moet een drempeldetail van 0,02 meter aanwezig zijn (artikel 4.27, lid 3, Bouwbesluit 2012). Trapjes voor een voordeur zijn hiermee dus niet meer mogelijk. Deze eis geldt vooralsnog niet ter plaatse van een balkon of dakterras. Naar verwachting zal hier in de toekomst wel een eis aan worden gesteld.
Bron: Staatsblad 2021-147 (inhoud) en Staatsblad 2021-555 (inwerkingtredingsdatum).
Enkele correcties
In de artikelen 2.94 (weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag) en 2.107 (inrichting vluchtroute) zijn enkele correcties aangebracht.
Bron: Staatsblad 2021-658 (inhoud en inwerkingtredingsdatum)
1 februari 2022
Hernieuwbare energie bij ingrijpende renovatie
In het kader van de herziene Europese richtlijn voor hernieuwbare energie (RED II) wordt per 1 februari 2022 in bepaalde situaties een eis gesteld aan de minimale hoeveelheid hernieuwbare energie bij een ingrijpende renovatie waarbij een technisch bouwsysteem voor verwarming of koeling wordt aangepast (artikel 5.6, leden 5 t/m 7, Bouwbesluit 2012). Onder een ingrijpende renovatie wordt verstaan een renovatie waarbij ten minste 25% van de gebouwschil integraal wordt gerenoveerd (artikel 3.2 van de Regeling Bouwbesluit 2012). De eis geldt voor alle gebouwen, met uitzondering van industriefuncties en overige gebruiksfuncties.
Om te bepalen of van een uitzonderingsmogelijkheid gebruik kan worden gemaakt, kan de ‘Leidraad eis hernieuwbare energie bij ingrijpende renovatie’ worden gebruikt (artikel 3.2a, Regeling Bouwbesluit 2012). Meer informatie is te vinden op de website van de Rijksoverheid.
Bron: Staatsblad 2021-658 (inhoud en inwerkingtredingsdatum) en Staatscourant 2021-49993 (inhoud en inwerkingtredingsdatum).
10 maart 2022
Keuring airconditioningsystemen
De Regeling Bouwbesluit 2012 is aangepast in verband met de uitwerking van de toe te passen methodiek en deskundigheidseisen voor airconditioningskeuringsdeskundigen.
Bron: Staatscourant 2021-48236 (inhoud en inwerkingtredingsdatum).
1 april 2022
Bepalingsmethode milieuprestatie gebouwen
Per 1 april 2022 is de bepalingsmethode voor de milieuprestatie aangepast (artikel 3.1, Regeling Bouwbesluit 2012). Vanaf dit moment moet de Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken versie 1.0 (1 juli 2020) met inbegrip van het wijzigingsblad van 1 oktober 2020, het wijzigingsblad van 1 februari 2021 en het wijzigingsblad van 1 oktober 2021 worden toegepast.
Bron: Staatscourant 2022-6293 (inhoud en bepaling inwerkingtredingsdatum)
22 april 2022
Besluit kwaliteitsborging
Een deel van het Besluit kwaliteitsborging voor het bouwen treedt in werking. Deze inhoud is uitgewerkt in het Bouwbesluit 2012 en de Regeling Bouwbesluit 2012. Deze inwerkingtreding is nodig met het oog op de voorbereiding op de invoering van het stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen.
Het is de bedoeling dat het gehele stelsel voor kwaliteitsborging voor het bouwen op 1 juli 2023 in werking treedt, gelijktijdig met de Omgevingswet. Dat zal in een afzonderlijk Staatsblad geregeld worden.
Bron: Staatsblad 2022-145 (inhoud), Staatsblad 2022-150 (inwerkingtredingsdatum), Staatscourant 2022-10958 (inhoud en inwerkingtredingsdatum)
1 juni 2022
Updates in het Stelsel Energieprestatie Gebouwen
Per 1 juni 2022 zijn in bijlage I van de Regeling Bouwbesluit 2012 geactualiseerde versies van enkele beoordelingsrichtlijnen en normen in het Stelsel Energieprestatie Gebouwen aangestuurd. Het betreft de volgende documenten:
- BRL 9500-U: nationale beoordelingsrichtlijn energieprestatie van utiliteitsgebouwen van 15 april 2020, inclusief wijzigingsblad van 1 januari 2022.
- BRL 9500-W: nationale beoordelingsrichtlijn energieprestatie van woningen en woongebouwen van 15 april 2020, inclusief wijzigingsblad van 1 januari 2022.
- BRL 9501: methoden voor het berekenen van het energiegebruik van gebouwen en de energetische en financiële gevolgen van energiebesparingsmaatregelen van 15 april 2020, inclusief wijzigingsblad van 1 februari 2022.
- NTA 8800:2022 Energieprestatie van gebouwen – Bepalingsmethode.
Bron: Staatscourant 2022-8634 (inhoud en bepaling inwerkingtredingsdatum)
1 juli 2022
Rookmelders bestaande bouw
Per 1 juli 2022 zijn rookmelders verplicht in alle bestaande woningen (artikel 6.21, lid 6, Bouwbesluit 2012). Het gaat om rookmelders die voldoen aan EN 14604. Dit mogen rookmelders op batterijen zijn. Deze rookmelders moeten worden aangebracht op elke bouwlaag in ruimten waardoor een vluchtroute voert tussen de uitgang van een verblijfsruimte en de uitgang van de woning.
Bron: Staatsblad 2021-147 (inhoud) en Staatsblad 2021-211 (bepaling inwerkingtredingsdatum).
16 september 2022
Correctie label C-verplichting kantoorgebouwen
Er is een correctie in de label C-verplichting voor kantoorgebouwen doorgevoerd. De eis betrof een energielabel met een maximumwaarde voor primair fossiel energiegebruik van 225 kWh/m² per jaar. Het bleek echter dat hierdoor in bepaalde gevallen een beter label vereist was dan een label C. Met de wijziging is daarom aan de bepaling toegevoegd dat ook een energielabel met de letter C of beter volstaat.
Overigens voldoet een groot deel van de Nederlandse kantoorgebouwen nog niet aan het vereiste label C (bron: Omgevingsweb). Meer informatie over de te nemen stappen wanneer uw gebouw nog niet voldoet, vindt u op de website van de RVO.
Bron: Staatsblad 2022-360 (inhoud en inwerkingtredingsdatum).
1 april 2023
Stelsel van certificering voor werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties
Er is een nieuw stelsel van certificering voor werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties, zoals cv-ketels, gashaarden en geisers, geïntroduceerd. Dit stelsel regelt dat bedrijven vanaf 1 april 2023 gecertificeerd moeten zijn om deze installaties te plaatsen, onderhouden of repareren. Dit moet ervoor zorgen dat het aantal ongevallen door koolmonoxide omlaag gaat.
Bron: Staatsblad 2020-348 (inhoud), Staatscourant 2020-50199 (inhoud), Staatsblad 2020-354 (bepaling inwerkingtredingsdatum), Staatsblad 2021-555 (uitstel inwerkingtredingsdatum), Kamerbrief over Voortgang implementatie CO-stelsel.
Besluit bouwwerken leefomgeving
Zoals inmiddels bekend is de inwerkingtreding van de Omgevingswet en daarmee ook het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) uitgesteld van 1 januari 2023 naar 1 juli 2023. Diverse wijzigingen waarvan gepland was dat deze met de inwerkingtreding van het Bbl ook in zouden gaan, schuiven hiermee ‘automatisch’ mee naar 1 juli 2023. Dit komt omdat deze wijzigingen alleen als Bbl-teksten in het Staatsblad zijn gepubliceerd, en niet als Bouwbesluit-teksten. Het ligt niet in de lijn der verwachting dat deze wijzigingen eind dit jaar alsnog als Bouwbesluit-tekst in het Staatsblad zullen worden gepubliceerd en op 1 januari in werking zullen treden.
1 juli 2023
Met de inwerkingtreding van het Bbl op 1 juli 2023, zullen onder andere de onderstaande wijzigingen worden doorgevoerd (bron: Staatsblad 2021-147 (inhoud)).
Uiteraard zijn er nog meer verschillen tussen het huidige Bouwbesluit 2012 en het Bbl. In het ‘Praktijkboek Bbl’ zijn de belangrijkste inhoudelijke verschillen met het Bouwbesluit 2012 duidelijk aangegeven. De actuele versie van het Bbl kunt u vinden op https://iplo.nl/regelgeving/omgevingswet/besluit-bouwwerken-leefomgeving/.
Brandveiligheid
Er worden nieuwe bouwkundige eisen ten aanzien van liften in nieuwe woongebouwen gesteld. Het gaat alleen om liften in een (gemeenschappelijke) toegankelijkheidssector, bij kleine woongebouwen geldt dit dus niet. Het doel van deze eisen is dat liften beter worden beschermd tegen brand en rook, zodat de kans dat een lift bij brand door minder zelfredzamen, die niet zelf via een trap kunnen vluchten, kan worden gebruikt groter wordt.
- De WBDBO van een brandcompartiment naar een lift in toegankelijkheidssector in een woongebouw moet 60 minuten bedragen (artikel 4.53, lid 1, Bbl).
- Voor een lift in een toegankelijkheidssector in een woongebouw is een voorportaal (extra beschermde vluchtroute) vereist waaraan geen woningtoegangen mogen grenzen (artikel 4.77a Bbl). Het Bbl stelt geen nadere eisen aan de afmetingen van dit voorportaal. Wel zal dit portaal zodanig moeten zijn dat hierin de vereiste keermogelijkheid voor rolstoelgebruikers (vlak van 1,5 m x 1,5 m) past.
- De elektriciteitsvoorziening van een lift in een toegankelijkheidssector moet in een 60 minuten brandwerend afgescheiden ruimte liggen. Deze wbdbo geldt in de richting van de ruimte met de elektriciteitsvoorziening (artikel 4.218a Bbl).
Gezondheid
Het wordt niet meer toegestaan om de rookgasafvoer van een verbrandingstoestel voor vaste brandstoffen (open haard, pelletkachel e.d.) via de gevel te laten lopen. Dit zal ook gaan gelden bij verbouw, dus bij het plaatsen van een dergelijke rookgasafvoer in een bestaand gebouw.
Toegankelijkheid
De eisen aan de bereikbaarheid van gebouwen vanaf de openbare weg gaan ook gelden voor (eengezins)woningen (artikel 4.192, lid 1, Bbl).
Bouw- en sloopwerkzaamheden
Voor bouw- en sloopwerkzaamheden moet een veiligheidsplan worden opgesteld en een veiligheidscoördinator worden aangesteld als er risico’s zijn voor de veiligheid in de omgeving van deze werkzaamheden. Door het invullen van een risicomatrix wordt duidelijk of er veiligheidsrisico’s zijn (artikelen 7.5a en 7.5b, Bbl). Meer informatie over deze wijziging vindt u in het Infoblad veiligheid en gezondheid bij bouw- en sloopwerkzaamheden van de Rijksoverheid.
1 juli 2023?*
*definitieve datum is nog niet bekend
Naar verwachting worden met de inwerkingtreding van het Bbl ook de volgende wijzigingen doorgevoerd:
Oplaadvoorzieningen voor elektrische voertuigen
Er worden strengere eisen gesteld aan oplaadvoorzieningen voor elektrische voertuigen bij nieuwbouw (artikel 4.199, lid 2 en artikel 4.230a, Bbl) en verbouw (artikel 5.21d, Bbl):
- Oplaadpunten in een parkeergarage moeten voldoen aan mode 3 of mode 4 als bedoeld in NEN 1010. In de IFV-publicatie Brandveiligheid van parkeergarages met elektrisch aangedreven voertuigen wordt meer informatie gegeven over deze laadpalen.
- Oplaadpunten in een parkeergarage moeten tegelijkertijd uitgeschakeld kunnen worden;
- De oplaadpunten en uitschakelvoorziening moeten bij de toegang van de parkeergarage worden aangegeven.
Sprinklerinstallatie in parkeergarages onder slaapgebouwen
Parkeergarages onder gebouwen waarin wordt geslapen (woningen, kinderopvang voor kinderen < 4 jaar, celfuncties, logiesfuncties of gezondheidszorg met bedgebieden) moeten bij nieuwbouw worden voorzien van een automatische blusinstallatie (bijv. een sprinklerinstallatie) (artikel 4.223a, Bbl). Hierop zijn enkele uitzonderingen.
De eis geldt niet als de bovengelegen gebruiksfunctie een vloer van een verblijfsgebied heeft die hoger ligt dan 13 meter boven het meetniveau en voldaan wordt aan de volgende drie voorwaarden:
- Ten eerste mag de parkeergarage niet groter zijn dan 1000 m².
- Ten tweede moet de bovengelegen gebruiksfunctie ten minste een vluchtroute hebben waarvan de ruimte waardoor deze vluchtroute voert niet bereikbaar is vanuit de parkeergarage. Hiermee wordt beoogd dat bij brand in de parkeergarage deze vluchtroute niet wordt bedreigd door brand en rook en daarmee bruikbaar blijft voor het vluchten van de personen in de bovengelegen gebruiksfunctie naar het aansluitend terrein. (Het niet bereikbaar mogen zijn vanuit de parkeergarage betekent ook dat het toepassen van een brand- of rooksluis tussen de parkeergarage en de ruimte waardoor de vluchtroute voert niet is toegestaan.)
- Ten derde mag de parkeergarage niet zijn voorzien van een automatisch parkeersysteem. Dit omdat bij een automatisch parkeersysteem de auto’s heel dicht naast en ook boven elkaar worden geplaatst en de risico’s op een extreme en langdurige brand groter zijn dan in een normale parkeergarage.
De eis van de automatische blusinstallatie geldt ook niet als de bovengelegen gebruiksfunctie geen vloer van een verblijfsgebied heeft die hoger ligt dan 13 m boven het meetniveau. Deze uitzondering geldt weer niet als:
- de parkeergarage groter is dan 1000 m²; én
- de bovengelegen gebruiksfunctie slechts één vluchtroute heeft waarvan de ruimte waardoor deze vluchtroute voert bereikbaar is vanuit de parkeergarage.
De blusinstallatie moet worden voorzien van een geldig inspectiecertificaat op grond van het CCV-inspectieschema Brandbeveiliging.
Bron: Staatsblad 2022-360 (inhoud)
1 januari 2024?*
*definitieve datum is nog niet bekend
Daglichtfactor
De eisen aan de equivalente daglichttoetreding worden voor nieuwbouw vervangen door eisen aan de daglichtfactor, te bepalen volgens NEN-EN 17037 (artikel 4.147, Bbl). De eisen worden beleidsneutraal omgezet op basis van onderzoek, met deze wijziging is dus geen verzwaring van de eisen beoogd. Voor meer inhoudelijke informatie, zie dit artikel.
Bron: Staatsblad 2022-360 (inhoud)
Later…
De minister heeft in juli 2022 een aantal voorgenomen wijzigingen van het Bbl voorgehangen aan de Eerste en Tweede Kamer. Het betreft de onderstaande wijzigingen. Over de inwerkingtreding hiervan zijn nog geen uitspraken gedaan.
Periodieke beoordeling constructieve veiligheid grote publieke gebouwen
Bij bepaalde categorieën bestaande bouwwerken moet een periodieke beoordeling van de constructieve veiligheid plaatsvinden. Bij welk soort bouwwerken en hoe vaak dit is, wordt uitgewerkt in de Omgevingsregeling.
Verlagen van de brandklasse van binnendeuren in een extra beschermde vluchtroute
Voor vaak geopende deuren grenzend aan extra beschermde vluchtroutes wordt de brandklasse verlaagd van B naar D bij nieuwbouw en van 2 naar 4 bij bestaande bouw. Dit gaat dan bijvoorbeeld wel voor woningtoegangsdeuren gelden, maar niet voor deuren van bergingen of meterkasten grenzend aan een extra beschermde vluchtroute.
Aanscherping van de schileisen van tijdelijke woonfuncties
Voor tijdelijke woningen die nieuw worden gebouwd wordt de eis aan de warmteweerstand (Rc-waarde) van dichte uitwendige scheidingsconstructies aangescherpt van 1,3 naar ten minste 2,6 m²K/W en de warmtedoorgangscoëfficiënt (U-waarde) van ramen, deuren en kozijnen van 4,2 naar ten hoogste 2,2 W/m²K. De luchtvolumestroom moet gaan voldoen aan het nieuwbouwniveau. Deze wijziging geldt niet voor al bestaande tijdelijke woningen.
Voorkomen oververhitting
De eisen aan het voorkomen van oververhitting worden verplaatst van de Omgevingsregeling naar het Bbl. Dit betreft geen inhoudelijke wijziging.
Gemiddelde warmteweerstand
Het wordt mogelijk om de warmteweerstand (Rc-waarde) van uitwendige scheidingsconstructies te middelen. Door de eis te stellen aan de gemiddelde Rc-waarde van de uitwendige scheidingsconstructies is het mogelijk dat onderdelen (componenten) van de uitwendige scheidingsconstructies een lagere Rc-waarde hebben zolang dat maar wordt gecompenseerd door een hogere Rc-waarde van de overige onderdelen. Als vangnet gaat voor een gedeelte van een constructie een ondergrens voor de warmteweerstand van 2,6 m²K/W gelden.
Bron: Voorhangbesluit d.d. 18-07-2022
Meer weten?
Wilt u weten wat deze wijzigingen specifiek voor uw project betekenen, neemt u dan contact op met een van onze vakinhoudelijke adviseurs