Ik ben in de war door alle tegenstrijdige boodschappen over het klimaat van de laatste dagen. Een serieuze waarschuwing kwam het hardste binnen: dat we een ‘kritieke en onvoorspelbare nieuwe fase in de klimaatcrisis’ hebben bereikt. ‘Perilous’ staat er letterlijk in het Engels. Ik moest het even opzoeken: ‘hachelijk’ of ‘risicovol’. Geen termen die ik associeer met een gedegen studie onder de vlag van Oxford, onderschreven door ruim 15.000 wetenschappers wereldwijd. Ook in het nieuws: de wereldwijde razendsnelle groei van wind- en zonne-energie. Maar onze fossiele energieconsumptie stijgt nog steeds, ook in Nederland, onder meer doordat steeds meer woningen voorzien worden van airco en de industrie slechter is gaan presteren, ondanks per saldo een iets lagere CO2-uitstoot. Er lijkt geen touw meer aan vast te knopen. Ondertussen zet de VS zich voor de derde maal in een week of twee schrap voor weer een zware orkaan, Milton, terwijl ze de schade van Helene nog niet hebben opgeruimd. In Limburg vrezen ze voor de regenval uit het restant van Kirk, die vandaag of morgen Europa aandoet. Verwarrend en verontrustend zou ik het willen samenvatten.
Vertaald naar onze sector: alle aanleiding om bij elke schop in de grond en elke steen die we stapelen per saldo een positieve bijdrage te leveren. Bijvoorbeeld door de bouwopgave die we hebben zo goed mogelijk in te vullen: niet op risicovolle locaties, wel met zo min mogelijk belastende materialen en met zo weinig mogelijk uitstoot. Als sector maken we stappen, maar dan zou het helpen als de overheid die ontwikkelingen ook ondersteunt door aanpassing van wet- en regelgeving. Wat ik nu waarneem is een reflex om alles te bevriezen. Voorgenomen aanpassingen gaan in de ijskast, of het nu gaat om de hybride warmtepomp of de aanscherping van de MPG. Noodzakelijke nieuwe stappen worden vooruitgeschoven. Dat helpt juist niet, het vergroot de verwarring alleen maar.
Deze column is gepubliceerd in Cobouw op 14 oktober 2024