Een interview met Harm Valk in zijn functie als voorzitter van de Projectgroep NTA 8800 over de nieuwe BENG-Eisen.
Geschreven door Gerard Vos en geplaatst in Bouw en Uitvoering 2-2019
De BENG-eisen gaan de indicatoren EPC en EI vervangen. In dit interview een reconstructie van deze totstandkoming en een blik op de toekomst.
De EPBD-recast {Europese richtlijn energieprestatie gebouwen] stelt dat in de EU vanaf 2021 alleen nog maar bijna Energieneutrale gebouwen moeten worden gerealiseerd. Sommige lidstaten zitten wat dichter bij de nul dan andere. Met op termijn als doel alleen nog maar ‘echte’ energieneutrale gebouwen. Na BENG wordt het ENG is het motto.
De BENG-eis is door de EU gesteld voor opgeleverde gebouwen. In Nederland is de traditie dat de check aan de bouwregelgeving vooraf op papier wordt gedaan, bij de aanvraag van de bouwvergunning. Valk, “Daar gebruikten we de EPC-berekening voor. Alle deskundigen riepen hij invoering al: ‘als de EPC naar de 0,6 gaat dan is het geen juiste indicator meer.’ Kortom, die EPC is in de loop der tijd wat sleets geworden.”
Over de EPC
Bij de EPC waren beleid en regelgeving ook verstrengeld geraakt, daar had de normcommissie bijvoorbeeld inspraak over de beleidsmatige uitgangspunten, vertelt Valk. “Dat zorgde voor frictie. zowel onderling als met het ministerie. Het was geen gewenste situatie.”
De EPBD bood handvatten. Daar komt bij dat deze richtlijn goed aansluit bij de Trias Energetica. Met het oog op deze richtlijn hebben in Nederland het ministerie van BZK en WO de BENG-indicatoren en -eisen uitgewerkt. Valk: “De eerste indicator is energiebehoefte in kWh per vierkante meter per jaar. De tweede is primair fossiel energiegebruik in kWh per vierkante meter per jaar. De derde is het percentage hernieuwbare energie.”
Lees het gehele interview hier