De brandveiligheid van de meeste gebouwen in Nederland bevindt zich onder Bouwbesluitniveau. Doel van de brandveiligheidsvoorschriften van Bouwbesluit 2012 is het beperken van de kans op slachtoffers en het beperken van de kans op uitbreiding van brand naar belendende percelen. Het Bouwbesluit regelt echter niets omtrent het behoud van het pand bij brand of voorkoming van maatschappelijke schade. ‘Ook die verantwoordelijkheid ligt bij de markt, maar dat besef is nog onvoldoende aanwezig’,
Verantwoordelijkheid, aansprakelijkheid en verzekerbaarheid zullen de komende jaren naast het voldoen aan de bouwregelschriften. Sinds 1 januari 2016 zijn de taken van de commissie uitgebreid naar andere onderwerpen dan brandveiligheid, zoals bouwfysica en constructieve veiligheid (zie elders in deze uitgave). Beide heren wijzen er wel op dat ze hun visie in het gesprek met Bouwkwaliteit in de praktijk onafhankelijk van de adviescommissie geven.
De maatschappelijk gevolgen van brand kunnen groot zijn. Denk aan langdurige overlast voor de omgeving door het vrijkomen van schadelijke stoffen bij brand, zoals asbest. Of brand in zorgcentra, transformatorstations (stroomuitval), schoolgebouwen (lesuitval), winkelcentra, data- en netwerkcentra of andere gevoelige gebouwen. ‘De politieke tendens is dat de overheid verder terugtreedt en dit niet wil regelen’, merkt Koudijs op. Van der Graaf knikt instemmend:
‘De overheid zet in op deregulering en kwaliteitsborging van bouwplannen ten aanzien van de bouwregelgeving, door de marktpartijen zelf. Het wordt dus tijd dat de markt beseft dat die verantwoordelijkheid bij de private sector ligt. Niet de burgemeester hoort na een grote brand voor de camera’s uit te leggen waar het mis ging, maar de gebouweigenaar. Het voorkomen van imagoschade wordt een steeds belangrijkere drijfveer om te investeren in brandveiligheid.’
Lees het gehele artikel Visie op Brandveiligheid geschreven door ing. Frank de Groot naar aanleiding van het gesprek met Johan van der Graaf en Johan Koudijs voor Bouwkwaliteit in de Praktijk 03-2016