De laatste decennia is er een duidelijke toename te zien in de aandacht voor onze natuur en het milieu. Deze aandacht is er zeker ook in de bouw. Het verbruik van energie en daarmee de belasting voor het milieu hangt immers voor een aanzienlijk deel af van het energieverbruik van de gebouwde omgeving. Goed en luchtdicht bouwen is daarbij het credo dat iedereen in de bouw lijkt na te streven. In dit artikel zal nader worden ingegaan op de zin en/of onzin, de mogelijk- en onmogelijkheden en aandachtspunten met betrekking tot dit luchtdicht bouwen.
Redenen om luchtdicht te bouwen
Waarom zouden we luchtdicht moeten bouwen en wat is de reden om onze gebouwen een bepaalde mate van luchtdichtheid meegeven? De meest genoemde reden, zoals ook aangehaald in de inleiding, is het beperken van energieverlies. Deze reden is gegrond in de Trias Energetica waarin stap 1 het beperken van de energievraag is. Maar er zijn meerdere redenen/voordelen aan het luchtdicht bouwen, namelijk: het verhogen van comfort door het verminderen van tocht, het voorkomen van vochtschades en het verbeteren van de waterdichtheid, akoestiek, geluidwering en de brandveiligheid. Ook verbetert luchtdicht bouwen de hygiëne en stofdichting van scheidingsconstructies.
Het dak als onderdeel van de luchtdichting
Bij het verbeteren van de luchtdichtheid van een gebouwschil vormt het dak een wezenlijk onderdeel. Met name juist ten aanzien van het beperken van het energieverlies. De warmgestookte binnenlucht stijgt tenslotte en het energieverlies via aanwezige luchtlekken in het dak heeft een groot aandeel in het totale energieverlies van het gehele gebouw. De omvang daarvan is daarbij natuurlijk afhankelijk van onder andere de dakvorm, de vorm van het gebouw (verhouding dak/gevel-oppervlak) en de toegepaste elementgrootte en detaillering. Immers, hoe meer aansluitingen en hoe meer strekkende meters er toegepast zijn, hoe groter het risico op energieverlies.
Lees en/of download het gehele artikel Zin en onzin van luchtdicht bouwen geschreven door Nieman Kettlitz collega Wilfred Slagter voor Roofs, september 2017