The Sax Rotterdam – Dubbel woontorenensemble
BREEAM
Senior adviseur
Vast nummer
Mobiel
Specialismen
Sinds 1991 ben ik betrokken bij de evaluatie van het Bouwbesluit 1992 en bij de totstandkoming van het Bouwbesluit 2003, het Bouwbesluit 2012 en het Besluit bouwwerken leefomgeving. Mijn overstap naar Nieman Raadgevende Ingenieurs staat ten dienste van deze betrokkenheid.
Deze langdurige betrokkenheid maakte mij tot specialist in de toepassing van de bouwregelgeving. Zodoende werd ik ook lid van de ministeriele adviescommissie toepassing en gelijkwaardigheid bouwvoorschriften (atgb), lid van de NEN-beleidscommissie-bouw en vertegenwoordig ik NL-ingenieurs in de Juridisch technische commissie (JTC). Ook maak ik deel uit van het team dat Rijkswaterstaat ondersteunt bij de ‘Iplo’ helpdesk bouwregelgeving, voor de beantwoording van vragen over de bouwregelgeving.
Verder adviseer ik het ministerie van Justitie en veiligheid bij evaluatie, actualisatie en uitleg over het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen. De opzet van dit besluit is sterk verwant aan het Besluit bouwwerken. Het stelt echter geen regels aan bouwwerken maar aan het brandveilig gebruik en dus ook andere bouwsels (objecten) bij evenementen, kampeerterreinen, markten en jachthavens.
Om dit brede kennisgebied te kunnen bedienen en toekomst gericht te houden zijn mijn opdrachtgevers en ik afhankelijkheid van goed ingevoerde deskundigen en superspecialisten. het gaat om specialisten die niet alleen excelent zijn in hun vakgebied zijn, maar die ook zicht hebben de samenhang waarin hun deskundigheid wordt ingebracht. De bouw is complex, niet vanwege de gestelde regels, maar vanwege complexiteit van de behoefte en belangen en de daarvoor noodzakelijke technische uitwerking. Het is de complexiteit waarop de bouwregelgeving toeziet.
De beschikbaarheid van collega’s met de daarvoor noodzakelijke kennis en kunde was de aanleiding voor mijn transfer naar Nieman Raadgevende Ingenieurs.
Mijn aandacht gaat naar kennisoverdracht aan volgende generaties. En naar de noodzaak om de regelgeving voor te bereiden op een toekomst die tientallen jaren verder rijkt dan mijn pensioendatum. Bij voorkeur plaats ik mijn jongere collega’s daarom op de voorgrond.