Theo Haytink
Senior adviseur
Duurzaamheid, Energie
Vanaf 1 januari 2021 wordt de huidige indicator voor de energieprestatie van nieuwe gebouwen (EPC) vervangen door de BENG-indicatoren. Zowel de indicatoren als de bepalingsmethode worden vernieuwd. Dit heeft consequenties voor de bouw van nieuwe woningen en utiliteitsgebouwen. Als vervolg op het eerdere artikel over de wijzigingen in het stelsel wordt ingegaan op de consequenties van de BENG-eisen voor de woningbouw.
Voor gebruiksfuncties waarvoor nu een EPC-eis geldt, gaan vanaf 1 januari 2021 de BENG-eisen gelden. De definitieve grenswaarden van de BENG-indicatoren zijn gepubliceerd door de Rijksoverheid. In tabel 1 treft u de waarden voor de woningbouw aan. De energieprestatie van de nieuwbouw wordt uitgedrukt in de volgende indicatoren:
Daarnaast komt er een nieuwe eis om oververhitting in de woningbouw te voorkomen: TOjuli op woning/appartementniveau die niet groter dan 1,0 mag zijn (indien geen actieve koeling aanwezig). Een alternatief hiervoor vormt het opstellen van een dynamische simulatieberekening met een grenswaarde GTO (gewogen temperatuur overschrijding) van maximaal 450 uur.
De consequentie van de BENG-eisen en TOjuli is inzichtelijk gemaakt voor een eengezinswoning en een woongebouw. Voor beide gebouwen zijn in tabel 2 de bouwkundige en installatietechnische uitgangspunten vastgelegd.
De rekenresultaten in dit artikel zijn berekend met behulp van de bèta-versie van Uniec3.
Voor de eengezinswoning is op basis van de uitgangspunten uit tabel 2 een NTA 8800-berekening opgesteld. Vervolgens zijn twee varianten uitgewerkt om te voldoen aan de BENG-eisen en TOjuli. De resultaten van de volgende variantberekeningen worden toegelicht:
a. Rekenresultaten met basisuitgangspunten (lucht-water warmtepomp)
b. Maatregelen om aan BENG & TOjuli te kunnen voldoen – variant 1
c. Maatregelen om aan BENG & TOjuli te kunnen voldoen – variant 2
In tabel 3 zijn de rekenresultaten opgenomen met de basisuitgangspunten: een ‘basis’ thermische schil, een lucht-water warmtepomp met gebalanceerde ventilatie.

Uit de resultaten komen de volgende punten naar voren:
Om aan de hoekwoning aan de BENG-eisen te voldoen zijn meerdere mogelijkheden. Denk hierbij aan verdere vraagbeperking, een douche-WTW, of het toevoegen van 1 PV-paneel à 300 Wp (oriëntatie: oost). In dit voorbeeld is één PV-paneel aangehouden. Bij een hogere overschrijding zijn veelal PV-panelen nodig om BENG 2 danwel BENG 3 ‘op te lossen’. BENG 2 en BENG 3 zijn communicerende vaten; een van beide indicatoren voldoet over het algemeen wat ruimer dan de andere.
Om aan de TOjuli-eis te voldoen wordt zonwerende beglazing (ggl = 0,3) toegepast. Alternatieven zijn natuurlijk ook mogelijk, denk aan zonwering, overstekken, zomernachtventilatie, etc. In dit voorbeeld is zonwerende beglazing toegepast voor de volgende ramen:
Het effect van zonwerende maatregelen is afhankelijk van grootte openingen, maar ook de verdeling van de openingen over de gehele woning. Ook de verdeling van de thermische kwaliteit over de verschillende constructievlakken (gevel / dak) kan invloed hebben op de uitkomst van de TOjuli.
Zonwerende beglazing heeft niet alleen effect op TOjuli. Ook BENG-indicatoren worden hierdoor beïnvloed. Voor BENG 1 geldt dat die vaak wat slechter wordt als gevolg van zonwerende maatregelen. Er is dus een duidelijke wisselwerking, niet alleen tussen BENG-indicatoren onderling maar ook met TOjuli.
In het vorige voorbeeld zijn passieve maatregelen getroffen om TOjuli te verlagen. Een alternatief om invulling te geven aan het voorkomen van oververhitting is om actieve koeling toe te passen; dan geldt de TOjuli-eis niet. Daarover wordt het volgende opgemerkt:

Op basis van de hiervoor berekende concepten is het volgende te concluderen:
Ook voor een woongebouw is berekend wat het effect van de BENG- en TOjuli eisen is. Daarvoor is een NTA 8800-berekening gemaakt van een vijflaagse galerijflat met 41 appartementen met een gebruiksoppervlak van circa 75 m2 per appartement en een zeslaags woongebouw met een centrale ontsluiting bestande uit 32 appartementen van circa 80 m2 per appartement.
Ten opzichte van de grondgebonden woning gelden andere BENG-eisen voor woongebouwen. In tabel 5 zijn voor het woongebouw de resultaten (BENG- TOjuli en EPC) weergegeven met het basispakket.

Uit de resultaten van het woongebouw blijkt het volgende:
Als het maatregelenpakket om BENG te behalen wordt vergeleken met de huidige EPC-berekening valt volgende op dat om te voldoen aan een EPC < 0,4, de huidige eis aan de energieprestatie van nieuwe gebouwen, zijn extra PV-panelen noodzakelijk.
In dit artikel is gekeken naar een installatieconcept met een warmtepomp. Daarmee wordt direct al gebruikt gemaakt van een hernieuwbare bron. Dat is van belang in verband met de BENG 3-eis voor hernieuwbare energie. Bij elektrische weerstandsverwarming of warmtelevering met een laag aandeel hernieuwbare warmte wordt niet of in minder mate gebruik gemaakt van een hernieuwbare bron. In dat geval wordt niet zondermeer aan de BENG-eisen voldaan met een ‘basispakket’.
De maatregelen om te voldoen aan de BENG-eisen liggen redelijk in lijn met de huidige energetische ondergrens en beschikbare technieken. De eis aan TOjuli is een nieuwe eis die vaak leidt tot aanvullende maatregelen. Het is aan te bevelen om bij de uitwerking van bouwplannen daar rekening mee te houden. Tegelijkertijd ontstaat er een wisselwerking tussen de maatregelen voor TOjuli en de overige BENG-indicatoren, zowel positief als negatief. De BENG-eisen moeten daarom niet als maximale energetische prestatie worden gezien, maar als absoluut minimale grens vanuit de bouwregelgeving.
Lees hier het artikelSenior adviseur
Duurzaamheid, Energie