Hoe meten we de luchtdichtheid?
Meten is weten!
‘Meten is weten’ is een gevleugeld begrip. En er lijkt in eerste instantie geen reden om aan deze aloude wijsheid te twijfelen. Maar in de dagelijkse praktijk wordt aan meetwaarden soms een te grote betekenis toegekend, zelfs zo groot dat hier de realiteit ondergeschikt aan wordt geacht. Het is dus beter om te zeggen ‘weet wat je meet’. Bij de meetdeskundigen van Nieman staat een juiste interpretatie van de meetresultaten en advies voorop!
Hoe meten we de luchtdoorlatendheid?
De luchtdichtheid van een project begint in het ontwerp en bij de voorbereiding maar bewijst zich in een meting. Wij kunnen de luchtdoorlatendheid van een gebouw meten. Dat gebeurt door het gebouw met een grote ventilator op overdruk of onderdruk te brengen; de ‘blowerdoortest’. De ventilator wordt met behulp van een speciale meetdeur in een deuropening gemonteerd. Bij verschillende drukverschillen over de gevel legt de apparatuur vast hoeveel lucht er dan ontsnapt of toestroomt. Luchtdoorlatendheid wordt gemeten in twee grootheden: de luchtstroom of het infiltratievoud.
De luchtstroom is de hoeveelheid lucht die in een bepaalde tijd door de gebouwschil stroomt. We bepalen dat in Nederland bij een luchtdrukverschil van 10 Pa (Pascal), dat komt overeen met windkracht 2 à 3. We noemen die luchtstroom (qv) meestal de ‘qv;10-waarde’. De qv;10-waarde is een getal in dm3/s (liters per seconde) of m3/h (kubieke meters per uur) voor het gehele gebouw.
De waarde kan ook worden uitgedrukt per m2 vloeroppervlak. Die waarde wordt bijvoorbeeld gebruikt in BENG-berekeningen. In het buitenland wordt ook vaak gewerkt met de qv;50-waarde; die wordt bepaald bij een drukverschil van 50 Pa.
Je kunt de luchtdichtheid ook uitdrukken in een infiltratievoud, het aantal luchtwisselingen per uur. Anders gezegd, het aantal keren per uur dat de lucht in een gebouw wordt vervangen, als gevolg van de luchtlekken. Deze waarde wordt uitgedrukt in een aantal (n) en de eenheid is ‘per uur’, ofwel h-1. Deze maat wordt in het buitenland vaak gebruikt bij zeer energiezuinig bouwen, bijvoorbeeld Passief Bouwen. De n50 waarde (luchtwisselingen bij 50 Pa) moet dan lager zijn dan 0,6 h-1.
Hoe krijg ik inzicht in de gerealiseerde bouwkwaliteit?
Onderzoek met een warmtebeeldcamera geeft helder inzicht in de gerealiseerde bouwkwaliteit. Hiervoor zijn specifieke weersomstandigheden vereist (koud, droog, windstil weer, zonder zon). Wij combineren onze kennis van bouwfysica en bouwtechniek om onze meetresultaten op een juiste wijze te interpreteren.
Stappenplan luchtdicht bouwen
Het lukt in de praktijk om luchtdicht te bouwen. Daarvoor is het wel nodig dat er voldoende aandacht en tijd wordt besteed tijdens het ontwerp, in de werkvoorbereiding, in de uitvoering en bij oplevering. Hiervoor hebben praktische medewerkers van Nieman het ‘Stappenplan Luchtdicht Bouwen’ opgezet.
Lees en/of download het stappenplan luchtdicht bouwen.
Heeft u vragen over het meten en interpreteren van de luchtdoorlatendheid?
Stelt u deze dan gerust aan Dennis Metz of Martin Harbers