Wij zoeken nieuwe collega's
Bekijk alle vacatures

Woningen en utiliteitsgebouwen moeten tot 1 januari 2021 voldoen aan de EPC-eisen uit het Bouwbesluit. Dat geldt voor alle gebruiksfuncties met een EPC-eis. Woningen moeten voldoen aan een EPC-eis van 0,4. Voor utiliteitsfuncties is er sprake van een differentiatie per gebruiksfunctie.

Vanaf 1 januari 2021 zijn alle nieuwe gebouwen (bijna) energieneutraal. Voor overheidsgebouwen geldt dit per 1 januari 2019. De term ‘nearly zero energy buildings’ (nZEB) uit de Europese ‘Energy performance of buildings directive’ (EPBD) is in Nederland vertaald als BENG: bijna energieneutrale gebouwen. BENG vormt de opvolger van de huidige EPC-eisen.

Op deze nieuwe pagina’s leest u informatie over:

 

Dit is een oude pagina:

Nieuwe eisen energiezuinigheid per 01-01-2015

energieconcept voorbeeld Per 1 januari 2015 wijzigt een aantal eisen uit het bouwbesluit met betrekking tot de energiezuinigheid van gebouwen. Zowel EPC als Rc. Dit kan invloed hebben op uw bouwplannen.

Lees verder om te zien welke acties u kunt nemen en hoe wij u daarbij kunnen ondersteunen. De nieuwe eisen zijn onderdeel van een langer lopende ontwikkeling, op weg naar een energieneutrale gebouwde omgeving.

Niet alleen voor nieuwbouw wijzigen de eisen. Ook op het gebied van energielabels voor woningen worden er 1 januari 2015 wijzigingen doorgevoerd, het energielabel utiliteit (nieuwbouwlabel) is per 1 juli 2014 verplicht.

Download hier het Staatsblad 342, jaargang 2014

Hieronder kunt u meer over de ontwikkelingen lezen, met daarbij een aantal verwijzingen naar artikelen.

EPC-eisen

Per 1 januari 2015 worden de EPC-eisen aangescherpt. Dat geldt voor alle gebruiksfuncties met een EPC-eis. Woningen moeten voldoen aan een EPC-eis van 0,4 in plaats van de huidige EPC-eis van 0,6. Voor utiliteitsfuncties wordt de EPC-eis met 50% aangescherpt ten opzichte van de eisen van 2007.

In de volgende tabel zijn de huidige- en de eisen per 1 januari 2015 weergegeven.

Huidige EPC-eis Eis per 1-1-2015
Woonfunctie 0,6 0,4
Bijeenkomstfunctie 2,0 1,1
Gezondheidszorgfunctie met bedgebied 2,6 1,8
Gezondheidszorgfunctie overig 1,0 0,8
Kantoorfunctie 1,1 0,8
Logiesfunctie zijnde een logiesgebouw 1,8 1,0
Onderwijsfunctie 1,3 0,7
Sportfunctie 1,8 0,9
Winkelfunctie 2,6 1,7

Om aan de aangescherpte eisen te kunnen voldoen zijn aanvullende maatregelen benodigd. Welke maatregelen daarbij het meest effectief zijn en leiden tot een goed energieconcept is projectafhankelijk. In het volgende artikel wordt nader ingegaan op concepten voor de woningbouw. Ook voor utiliteitsgebouwen zijn ook vaak aanvullende maatregelen benodigd.

Welke maatregelen is erg afhankelijk van het project: het ontwerp en de gebruiksfuncties spelen daarbij een belangrijke rol. In de infosessie EPC < 0,4 wordt stil gestaan bij de gevolgen van de nieuwe EPC-eis voor de woningbouw.

Thermische schil

Per 1 januari 2015 worden er scherpere eisen gesteld aan de thermische schil van een gebouw. Hiermee wordt invulling gegeven aan de wens in de markt dat er meer aandacht uitgaat naar de bouwkundige schil van een gebouw. Momenteel wordt er een Rc-waarde eis van 3,5 m2K/W gesteld voor de gehele schil, die eis wordt gedifferentieerd naar type constructie:

  • Vloer: Rc-waarde minimaal 3,5 m2K/W
  • Gevel: Rc-waarde minimaal 4,5 m2K/W
  • Dak: Rc-waarde minimaal 6,0 m2K/W

Gangbare constructies kunnen zonder erg ingrijpende wijzigingen aan de gestelde eisen voldoen. Dit is de belangrijkste reden dat er voor een gedifferentieerde eis is gekozen en niet voor een Rc-waarde van 5,0 m2K/W voor de gehele schil (dit was aanvankelijk de beoogde eis). Nieman heeft onderzoek verricht naar de warmtebehoefte van een gebouw waarbij een vergelijking is gemaakt tussen de warmtebehoefte met een gedifferentieerde eis en met een Rc-waarde van 5,0 m2K/W voor het gehele gebouw. Het onderzoek Energiebehoefte woningbouw  heeft Nieman uitgevoerd in opdracht van het Lente-Akkoord.

Hoogbouw met iso Vleuterweide

Voor een aantal constructies vraagt de aangescherpte eis aandacht, zoals:

  • Het dak van een dakkapel. De constructiedikte zal toenemen met een gewijzigde detaillering als gevolg. De wang van een dakkapel is specifiek genoemd en moet voldoen aan de U-waarde eis (1,65 W/m2K);
  • Een paneelconstructie. Het houten regelwerk in het paneel en/of het kozijn heeft een negatieve invloed op de thermische kwaliteit waardoor er niet zondermeer aan de minimale Rc-waarde wordt voldaan;
  • De (voorzet)wand en plafond tussen een appartement en het bergingenblok; hiervoor geldt de minimale Rc-waarde van een inwendige scheidingsconstructie van 4,5 m2K/W. Dus een (fors)  extra ruimtebeslag als gevolg van een dikkere wand / plafond;
  • Daken. De Rc-waarde-eis voor daken stijgt fors. Dat betekent een dikker isolatiepakket. Vooral voor de kleinere dakvlakken kan dat leiden tot ingrijpende wijzigingen in de detaillering.

Voor transparante constructies (ramen / deuren) is de eis wat versoepeld. De huidige U-waarde eis van 1,65 W/m2K geldt momenteel op constructieniveau. Per 1 januari 2015 geldt dezelfde eis maar mag die als gemiddelde van alle transparante delen van het ‘ bouwwerk’ worden beschouwd. Daarbij mag de U-waarde van een individuele constructie niet hoger zijn dan 2,2, W/m2K. De ramen kunnen met HR++ beglazing en een gangbaar houten of kunststof kozijn voldoen aan de gestelde eis. Voor deuren en aluminium kozijnen is het lastiger om aan de U-waarde eis van 1,65 W/m2K te kunnen voldoen. In het bijzonder de achterdeur (vaak een stapeldorpeldeur) vraagt aandacht.

Energielabel 

Energielabel Utiliteitsbouw

Utiliteitsgebouwen die nu worden opgeleverd moeten zijn voorzien van een energielabel nieuwbouw. Dat geldt voor alle utiliteitsgebouwen waar een EPC-berekening voor is vereist bij de aanvraag van de omgevingsvergunning. Die eis geldt sinds 1 juli 2014. Bij het energielabel nieuwbouw wordt er volgens een voorgeschreven protocol de EPC-berekening in de praktijk gecontroleerd. Dat gebeurt zowel tijdens de bouw (controle constructieopbouw) als vlak voor de oplevering. Op die manier kan een goed worden vergeleken of het gebouw ook daadwerkelijk volgens de uitgangspunten in de EPC-berekening wordt gerealiseerd. Lees hierover meer in dit artikel

Opnamelabel EPC

Energielabel Woningbouw

De bepalingsmethode voor het energielabel van de woningbouw wijzigt per 1 januari 2015. Wat nieuw is dat er onderscheid kan worden gemaakt in twee verschillende typen energielabels. Een woning moet worden voorzien van een van de twee labels op het moment dat er een nieuwe eigenaar of huurder krijgt. De twee typen labels zijn:

  1. Energielabel: vereenvoudigd label In januari 2015 krijgen alle consumenten die nog geen energielabel van hun woning beschikbaar hebben een voorlopig energielabel. Dit energielabel kan door de consument zelf worden aangepast en wordt definitief nadat een ‘erkend deskundige’ de consument gecontroleerd heeft. Het energielabel wordt bepaald door circa tien vragen de beantwoord moet worden, vandaar dat het vaak als ‘vereenvoudigd energielabel’ wordt benoemd. Het een energielabel is een letter dat loopt van A t/m G. Een A+ energielabel is hiermee dus niet meer mogelijk.
  2. Energiecertificaat: NEN 7120 + Nader Voorschrift Naast het vereenvoudigd label (energielabel) bestaat er een uitgebreidere methode. De uitkomsten van deze methode worden onder andere gebruikt in het woning waarderingsstelsel (WWS).

De huidige bepalingmethode (ISSO 82.3) wordt vervangen door de NEN 7120. Dat is de norm die tevens gebruikt wordt voor de bepaling van de EPC-waarde (nieuwbouw). Om de NEN 7120 ook voor de bestaande bouw geschikt te maken is het Nader Voorschrift (NV) uitgewerkt. Per 1 januari 2015 wordt de NEN 7120 + NV aangestuurd voor de bepaling van het energiecertificaat. De bepalingsmethode volgens de ISSO 82.3 komt dan te vervallen. Het resultaat van het energiecertificaat wordt uitgedrukt in een EI (energie index). Hieraan wordt geen letter gekoppeld. Het vergelijken van het energielabel (vereenvoudigd energielabel) en het energiecertificaat (NEN 7120 + NV) is dus niet mogelijk. Voor woningen is het energielabel nieuwbouw (nog) niet aangestuurd. Zoals eerder beschreven is dat voor de utiliteitsbouw wel het geval. De procedure / methode voor het vaststellen van het energielabel nieuwbouw voor woningen is wel al uitgewerkt. Nieman heeft het nieuwbouwlabel al voor diverse woningbouwprojecten volgens de uitgewerkte procedure vastgesteld.

Wilt u meer weten over een van de voorgaande onderwerpen, neem dan contact op met een van onze adviseurs.